We hebben alle deelnemers gevraagd: ‘Kijk eens om je heen, wat zie je?’
Rabobank lanceert dit jaar het ‘coöperatief convenant’, een agenda voor de toekomst van Nederland, gedestilleerd uit 14 regionale dialogen met meer dan 5.000 Nederlandse deelnemers. Waar komt dit initiatief vandaan? Vijf vragen aan Rabobanks communicatie-directeur Leendert Bikker (links, al 40 jaar lid van Rabobank) en Hoofd Regio-onderzoek bij RaboResearch Otto Raspe (rechts).
Waar is het idee voor dit coöperatief convenant ontstaan?
Leendert Bikker: “Toen we vorig jaar in de eerste lockdown een paar weken thuis zaten, bleek het voor veel mensen een verademing om even tot stilstand te komen. Niet meer elke dag in een overvolle trein of in een lange file naar je werk. We keken soms verbaasd naar wat we waren gaan beschouwen als ‘normaal’, want hoe normaal was dat nou eigenlijk? Maar omdat we elkaar ook niet meer tegenkwamen bij de koffieautomaat of in de wandelgang, konden we die gedachten en ervaringen niet echt goed met elkaar uitwisselen. Het werk ging digitaal door, maar het gesprek over wat je nou echt belangrijk vindt in het leven stokte. Toen ben ik met een paar collega’s begonnen met wat we ‘digitale kampvuurtjes’ noemden: gesprekken in een kleine groep met collega’s binnen de bank, steeds een mix van vier of vijf mensen en vaak kenden de deelnemers elkaar nog niet goed. Een informeel gesprek van een uurtje waarin we elkaar vroegen: wat mis je nou? Wat vind je echt belangrijk? Die kampvuurtjes breidden zich uit, we hebben er zo’n 250 gedaan en op een gegeven moment sloten daar ook mensen van buiten de bank bij aan. Toen we al die gesprekken evalueerden, was de conclusie heel duidelijk: als je goed naar elkaar luistert, hoor je waar het allemaal echt om draait in het leven.
Vormden die kampvuurgesprekken de basis voor het idee om dit groter aan te pakken?
Leendert Bikker: “Jazeker, je zag een onderstroom in al die gesprekken die gelijk was, zeker in die eerste fase van de pandemie. De meeste mensen accepteerden toen de gedachte van meer overheidssturing om de coronacrisis te bezweren. Maar je proefde ook al wel de individuele, regionale verschillen. Toen ontstond bij ons het idee om eens na te denken of we dit soort gesprekken ook niet met onze lokale banken konden opzetten, en dan met meer mensen. Als we onze leden, klanten en relaties zouden uitnodigen voor zo’n gesprek en we zouden ze vragen wat zij voor hun woonplaats, hun gebied, hun regio nu het meest belangrijk vinden, wat krijgen we dan te horen? Binnen de bank hebben we onze onderzoeksafdeling RaboResearch en samen met hen hebben we toen gekeken hoe we dit idee verder konden brengen. Rabobank heeft de lokale banken sinds een paar jaar ondergebracht in 14 regionale kringen. Vanuit die kringen zijn we digitale dialogen gaan opzetten. En we hebben een moment gemarkeerd waar we naar toe wilden werken: de verkiezingen en de formatie van een nieuw kabinet. We wilden onze conclusies en aanbevelingen die uit al die dialogen voortkwamen, delen met het nieuwe kabinet. Advies uit het hele land!”
Hoe zorg je ervoor dat zo’n aanpak ook representatieve conclusies oplevert?
Otto Raspe: “Een onderdeel van RaboResearch is het Dialoog Expertise Centrum. Dat organiseert door het jaar heen verschillende dialogen en jaarlijks is er de Landelijke Dialoog van Rabobank. Dus we hebben de kennis en ervaring in huis om zoiets echt goed op te zetten. Maar ook voor hen was het nieuw om met zoveel mensen – want er deden uiteindelijk meer dan 5.000 mensen mee - digitaal een dialoog te voeren. We hebben daarvoor de hulp ingeroepen van Synthetron, een crowdsourcingplatform voor online dialogen. Het hielp dat we voor onze banken een regionale indeling kennen, via die 14 Kringen. We hebben ze gevraagd: nodig klanten en relaties uit van wie je denkt dat die willen meedenken over de toekomst van de regio. En bij dat denken stond steeds dezelfde vraag centraal: ‘Kijk eens om je heen, wat zie je?’
Leendert Bikker: “En we de collega’s ook gevraagd: kom nou met de unusual suspects, en dat is in veel gevallen ook gebeurd. Het animo van de deelnemers was voor mij opvallend hoog, de betrokkenheid ook. Natuurlijk werd er in de eerste ronde vaak nog even gemopperd op het bestaande beleid, maar daarna schoot iedereen al snel in de oplossingsstand en werd het meteen een constructieve dialoog.”
Wat heeft jullie bij de uitkomst van de dialogen het meest verrast?
Otto Raspe: “Voor mij zijn dat de vele voorbeelden uit de praktijk die werden genoemd. Er gebeurt al veel in het land: allemaal mooie initiatieven die nog veel meer impact kunnen hebben als je ze helpt opschalen. Ik heb bij alle dialogen steeds een korte introductie gedaan over de stand van de betreffende regio. En dan vertelde ik ook hoe ik zo’n dialoog zie ontspinnen: iemand zegt wat, een ander vult aan. Het hangt soms ook van toeval aan elkaar, maar ideeën kunnen elkaar versterken en samen iets krachtigs opleveren. Dat zag ik ook weer gebeuren bij deze dialogen.”
Leendert Bikker: “Wat mij het meest verraste was de relatie die veel deelnemers legden bij bijna alle onderwerpen met de natuur en het milieu. In elke regio blijkt dat een terugkerend thema te zijn, iedereen is er weer op een eigen manier mee bezig is, maar het leeft overal.”
Zijn jullie hoopvol gestemd als jullie de analyses lezen van die 14 dialogen?
Otto Raspe: “Als je onze onderzoeken naar ‘brede welvaart en regio’s’ op een rij zet, zie je dat Nederland eigenlijk drie soorten regio’s heeft: de hele welvarende regio’s die het voor de wind gaat, de regio’s die het veel moeilijker hebben en waar bijvoorbeeld armoede een grote rol speelt en de groep regio’s die daar tussenin zit en die nog beide kanten op kunnen. De centrale vraag in alle dialogen was: waar moeten we nú aan werken voor straks? In de antwoorden daarop zie je ook wel weer die verdeling in de drie soorten regio’s die we hebben, maar overal zijn mensen ook al bezig met oplossingen. Ik heb in die dialogen veel initiatieven voorbij horen komen die ik niet kende maar die mij heel hoopvol stemmen. De manier waarop er wordt nagedacht over het enthousiasmeren van jongeren om ze betere kansen te geven op de arbeidsmarkt bijvoorbeeld, via verschillende stageplekken en talentprogramma’s, dat is op sommige plekken al ver gevorderd en daar kan door het land heen nog veel meer mee. Als je dat kunt opschalen, kun je grote stappen zetten.”
Leendert Bikker: “We voerden deze dialogen in een betrekkelijk sombere periode: we zaten begin dit jaar nog middenin een lockdown, iedereen leefde en opereerde met beperkingen. Als ik dan zie hoe optimistisch het geluid is wat uit die gesprekken is voortgekomen, dan vind ik dat even opmerkelijk als mooi. De hele opzet heeft gezorgd voor veel verbinding, zowel binnen de bank als daarbuiten. Onderling zijn veel mensen met elkaar in gesprek gegaan en elkaar gaan helpen. Dat was echt mooi om te zien. Voor ons als Rabobank was dit ook echt een manier die past bij de coöperatie. Hier doen we het voor, we moeten de toekomst van dit land echt samen invullen. En de bank wil daar ook echt haar rol in pakken. Dat is begonnen met deze dialogen, met het luisteren naar elkaar.”